Gesloten opzet met e-tjes is een veelgebruikte manier om een breiwerk op de machine te beginnen, vooral voor projecten waarbij een soepele, rekbare en gesloten rand gewenst is. De draad wordt in een lus om elke naald gewikkeld. Je schrijft als het ware met je draad de letter e rond de naalden, vandaar de naam. Deze methode is eenvoudig aan te leren en geeft een nette, gelijkmatige opzet.
Kennisbank code:
KB07 – Gesloten opzet met e-tjes
Zo doe je het
- Voor deze methode werkt je naar de slede toe. Staat je slede rechts, dan begin je met de naalden vanaf links te omwikkelen.
- Het garen is ingeregen in de spanningsmast, maar zit niet in de slede. Hang een wasknijper aan het begin van de draad
- Selecteer twee naalden en schuif deze helemaal naar voren.
- Schrijf met de draad de letter e rond de naalden, dit doe je als volgt:
Plaats de draad met wasknijper tussen de 1ste en 2de naald (wasknijper en draadeinde onder de naalden)
Ga met de draad over de 1ste naald en dan onder de 1ste en 2de naald. - Kom nu naar boven naast de 2de naald.
- Ga met de draad over de 2de naald en tussen de 1ste en de 2de naald naar beneden.
- Schuif de 3de naald helemaal naar voren.
Ga met de draad onder de 2de en 3de naald en naar boven naast naald 3. - Schuif de volgende naald naar voren.
- Herhaal de e-wikkel. Werk zo door over alle naalden die je nodig hebt voor je project.
- Als alle naalden zijn omwwikkeld dan hang je de opzetkam in de rij en bevestig je de gewichten.
- Zorg dat de draad in de slede zit en brei voorzichtig een eerste toer
Tips
- De strakheid van de omwikkeling bepaalt de rekbaarheid van de rand. Losse wikkelingen geven een elastischere rand, strakkere wikkelingen maken de rand steviger.
- Wat ik doe tijdens het omwikkelen: met mijn dominante hand (rechts, want ik ben rechtshandig) omwikkel ik de naalden. De andere hand dient om de naalden bij te schuiven en de laatst gevormde steek tegen te houden (met mijn duim)
- Begrijp je het principe van de e-tjes methode: Schuif het gewenste aantal naalden reeds allemaal naar voren.
- De steken kan je ook tegen houden door de draad onder de naalden vast te grijpen tijdens het omwikkelen: Met je andere hand grijp je telkens de draad vast onder de naalden.
Als je dan na de volgende omwikkeling terug naar beneden gaat met de draad herpak je de draad onder de nieuwe omwikkelde naald. Zo heb je controle over de spanning. - Als na de omwikkeling de steken achter de klepjes van de naalden liggen kan je de naalden niet volledig terugschuiven naar de breistand. Laat de naalden indien mogelijk dus helemaal naar voren staan
- De steken duw ik zo ver als mogelijk op de naalden terug, zodat ze netjes op één lijn staan, dat vergemakkelijkt het breien van de eerste toer.
Gaat dit heel stroef, dan heb je waarschijnlijk te strak omwikkeld. - Oefen deze opzet zowel links als rechts. Voel wat voor jou het gemakkelijkste werkt en hou daar rekening mee als je begint
- Oefening baart kunst!
Kennisbank code:
KB07 – Gesloten opzet met e-tjes